Over het project

Waarom is een investering in het spoornetwerk tussen Gent en Terneuzen nodig?

Waarschijnlijk groeit het havengebied van North Sea Port de komende jaren, onder andere door de opening van de Nieuwe Sluis in Terneuzen en de Seine-Scheldeverbinding. Omdat het duurzamer is, vindt er daarnaast steeds meer transport via water en spoor plaats (modal shift). Daarom is er meer ruimte nodig op het spoor om goederen te vervoeren. Meer ruimte maakt het spoor betrouwbaarder en sterker. 

Waar wordt er mogelijk nieuw spoor aangelegd?

Het is nog niet bekend waar er aanpassingen aan het spoornetwerk gewenst zijn. Vanaf het najaar van 2024 onderzoeken we de mogelijkheden. Eind 2027 kiezen we een oplossing voor knelpunten in het havengebied tussen Gent en Terneuzen. 

We kijken bijvoorbeeld naar: 

  • De spoorbundel bij Zandeken
  • Het spoor tussen Zelzate en Sluiskil (westoever)
  • Het spoor rond de Sluiskilbrug 

Wanneer weten we of en waar er nieuw spoor komt?

De Nederlandse en Belgische overheid beslissen hierover aan het einde van verkenningsfase, waarschijnlijk eind 2027. Dan weten we waar er aanpassingen aan het spoornetwerk gewenst zijn. Daarna werken we de plannen verder uit.

Wie zijn de initiatiefnemers van dit project?

In 2021 tekenden verschillende overheden een intentieverklaring. Dit zijn onder andere de Belgische en Nederlandse ministeries, de Provincies Zeeland en Oost-Vlaanderen, de Gemeente Terneuzen, de Stad Gent, North Sea Port, Infrabel (BE) en ProRail (NL). De laatste drie organisaties vormen nu de projectorganisatie Rail Ghent Terneuzen.

Wat doet de projectorganisatie Rail Ghent Terneuzen?

De projectorganisatie Rail Ghent Terneuzen bestaat uit North Sea Port, ProRail en Infrabel. Binnen het project heeft havenbedrijf North Sea Port een coördinerende rol. ProRail werkt voor het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Infrabel voor de Belgische Federale Overheidsdienst Mobiliteit & Vervoer. Als Belgisch-Nederlandse projectorganisatie zoeken we een grensoverschrijdende oplossing. We betrekken daarbij de omgeving en informeren hen over het project. 

Wat zijn de voordelen van het verbeteren van het spoornetwerk voor de regio?

Het project zorgt voor meer ruimte op het spoor en een betrouwbaarder netwerk. Dit stimuleert transport per trein, wat duurzamer is dan vrachtvervoer over de weg (modal shift). Hierdoor blijft het havengebied aantrekkelijk voor bedrijven, wat goed is voor de economie en banen.

Wat is er al gedaan?

In 2021 werden de eerste voorstudies  afgerond. Daarna tekenden Belgische en Nederlandse overheden een intentieverklaring, De projectorganisatie bereidt nu de verkenningsfase voor.

Hoe ziet de planning eruit en wanneer begint de aanleg?

De verkenningsfase start in het najaar van 2024. We verwachten dat eind 2027 bekend is waar er aanpassingen aan het spoornetwerk gewenst zijn. Vanaf 2028 werken we de plannen verder in detail uit en erna kan de realisatie beginnen. De hele planning  zie je hier. 

Wie betaalt het project?

De Nederlandse en Belgische overheden en de Europese Unie investeren samen in het project. Nederland investeert geld vanuit het Nationaal Groeifonds en 'Wind in de Zeilen'. België betaalt uit het Meerjareninvesteringsplan (MIP) 2023-2032 en het Strategisch meerjareninvesteringsplan (SMIP). De EU geeft een CEF-subsidie voor duurzaam spoorvervoer). De EU steunt het project met een CEF-subsidie  voor duurzaam spoorvervoer.

Hoe stemmen jullie het project af op andere ontwikkelingen rond Zelzate?

We houden rekening met andere projecten. Het projectbureau Gentse Kanaalzone heeft in 2023 bijvoorbeeld de ontwerpoefening 'Ruimte Denken Zelzate' uitgevoerd. Hierbij zijn alle projecten rond Zelzate, inclusief Rail Ghent Terneuzen, in kaart gebracht.

De verkenningsfase

Wat wordt er onderzocht in de verkenningsfase?

We verkennen verschillende oplossingen voor knelpunten in het spoornetwerk. We beoordelen bijvoorbeeld de haalbaarheid, kosten en milieueffecten. Eén oplossing wordt uiteindelijk gekozen en verder uitgewerkt. In Nederland volgen we in de verkenningsfase de Omgevingswet en in Vlaanderen  de GRUP-procedure. Voor beide landen maken we één milieueffectenrapport  (plan-MER). 

Wat is een GRUP?

GRUP staat voor gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De Vlaamse overheid maakt zo’n plan voor infrastructurele projecten. Het onderzoekt de gevolgen van ruimtelijke plannen en welke stukken grond een andere bestemming krijgen. Uiteindelijk wordt in het definitieve RUP vastgelegd wat de nieuwe bestemming van de percelen wordt.

Wie heeft de leiding over de onderzoeken?

Er worden verschillende onderzoeken gedaan tijdens de verkenning, bijvoorbeeld voor het plan-MER. ProRail (NL) en Infrabel (BE) huren hier vaak een gespecialiseerd bureau voor in. 

Waarom wordt er opnieuw onderzoek gedaan? Dat is toch eerder al gebeurd?

Dat klopt, er zijn  eerder ook onderzoeken gedaan. In 2021 kwamen daaruit drie mogelijke oplossingen: een noordelijke aansluiting bij Zandeken, een zuid-oostboog bij de Sluiskilbrug, en een nieuwe spoorverbinding tussen Axel en Zelzate. Ook nu onderzoeken we deze oplossingen, maar deze keer nog grondiger en met de nieuwste informatie.

Hoe worden de procedures in Vlaanderen en Nederland op elkaar afgestemd?

We doorlopen de procedures tegelijk en stemmen ze af. De belangrijkste overeenkomsten zijn:

  • De start. De verkenningsfase start in Nederland en Vlaanderen op hetzelfde moment. In Nederland start ProRail een verkenning en in Vlaanderen werkt Infrabel mee aan de opstart van een GRUP-procedure met startnota en procesnota
  • Participatie. Tijdens de verkenningsfase Nederland en Vlaanderen zijn er verschillende momenten waarop mensen hun mening kunnen geven. Deze bijeenkomsten vinden in beide landen ongeveer tegelijk plaats. Hoe we dit precies doen, leggen we uit in een participatieplan (NL) en een procesnota (BE). Deze documenten publiceren we bij de start van de verkenningsfase.
  • Kansrijke oplossingen. In beide landen onderzoeken we dezelfde mogelijke oplossingen en alternatieven. Hoe gedetailleerd en uitgebreid ons onderzoek is, leggen we vast in documenten die tegelijkertijd worden gepubliceerd: de Notitie Reikwijdte en Definitie in Nederland en de scopingnota in Vlaanderen. Nadat we alle mogelijke oplossingen hebben bekeken, kiezen we de meest kansrijke oplossingen om verder te onderzoeken.
  • Plan-MER. We maken één milieueffectenrapport  (plan-MER) voor de beste oplossingen. Hierin beschrijven we de mogelijke gevolgen voor de leefomgeving.
  • Eén beste oplossing. Uiteindelijk kiezen Nederland en België samen één beste oplossing voor het nieuwe spoor. We verwachten dat de procedures in Nederland en Vlaanderen eind 2027 definitief zijn afgerond.

In de planning  vind je de precieze overeenkomsten tussen de procedures in Nederland en Vlaanderen. 

Wat is een plan-MER en wat wordt er onderzocht?

Voor verkenning in Nederland en Vlaanderen maken we één grensoverschrijdende milieueffectenrapport (plan-MER). Per oplossing laten we in kaart brengen wat de effecten op de leefomgeving zijn. Denk aan geluidshinder, luchtkwaliteit, natuur en landschap, bodem en water, gezondheid, duurzaamheid en klimaat. 

Op deze pagina vind je meer informatie. 

Transport en veiligheid

Wat voor soort treinen gaan er straks over het spoor rijden?

Op het spoor in en naar het havengebied blijven goederentreinen rijden. Deze treinen worden ingezet voor het aan- en afvoeren van goederen voor bedrijven in de havens. 

Gaan er ook passagierstreinen over het spoor rijden?

Met dit project verkennen we niet de mogelijkheden voor personenvervoer tussen Gent en Terneuzen. Wel is afgesproken dat we onderzoeken hoe het spoor aangelegd kan worden zodat personenvervoer in de toekomst niet onmogelijk is.   

Het aanleggen van nieuw spoor zorgt mogelijk voor grotere drukte op het spoor elders rond Gent. Wordt dit onderzocht?

Ja, in de verkenningsfase doen we hier onderzoek naar. 

Hoe worden de locomotieven die over het spoor gaan rijden aangedreven?

Hoe de locomotieven aangedreven worden, wordt ook wel tractie genoemd. We willen duurzaam spoorvervoer, maar welke vorm van aandrijving we kiezen is nog niet duidelijk. Of het spoor een bovenleiding krijgt, weten we ook nog niet. In de verkenningsfase laten we onderzoeken welke opties er zijn. Op basis daarvan bepalen we welke vorm van aandrijving we kiezen voor dit spoor.

Kan al ingeschat worden hoeveel minder vrachtwagens er gaan rijden?

Nee, dit wordt in de verkenningsfase verder onderzocht.

Worden de overwegen straks bewaakt?

Ja, in principe wel. ProRail legt geen nieuwe onbewaakte overgangen aan. Daarom doen we een onderzoek naar de bestaande overwegen in Nederland. Ook Infrabel wil zoveel mogelijk  overwegen vervangen door ongelijkvloerse kruisingen.

Worden de risico’s van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor in kaart gebracht?

Ja, dit wordt meegenomen in het plan-MER.

Leefomgeving

Wat zijn de gevolgen voor de natuur?

We laten onderzoeken wat de gevolgen voor planten en dieren en natuurgebieden kunnen zijn en hoe we deze gevolgen kunnen beperken. De resultaten van het onderzoek schrijven we op het in het plan-MER.

Kunnen omwonenden straks geluids- en trillingenoverlast ervaren?

Goederentreinen veroorzaken geluid en trillingen. In hoeverre omwonenden deze zullen ervaren, hangt af van welke oplossing uiteindelijk gekozen wordt. In het plan-MER brengen we per oplossing de gevolgen in kaart voor geluid en trillingen en worden er milderende en beperkende maatregelen bepaald. 

Hoe zit het met de aankoop van grond?

Omdat we nog niet weten welke grond we nodig hebben, kopen of onteigenen we in deze fase nog niets. Dit is pas aan de orde na de verkenningsfase, als we weten waar er aanpassingen aan het spoornetwerk gewenst zijn.

Zijn stukken grond en woningen nog bereikbaar als er een nieuwe spoorlijn aangelegd is?

Op dit moment is nog onbekend waar er aanpassingen aan het spoornetwerk gewenst zijn. Als we dit wel weten, zullen we per geval naar een goede oplossing zoeken met de betrokken eigenaar. 

Is er overlast te verwachten in de omgeving tijdens de realisatiefase?

Ja, er zal waarschijnlijk tijdelijk overlast zijn, maar het is nog te vroeg om te zeggen waar en wanneer. De hinder tijdens de aanlegfase én de maatregelen die getroffen moeten worden om deze hinder te beperken, zullen we ook in het plan-MER meenemen.

Communicatie en participatie

Ik woon in de buurt. Kan ik mijn mening over het project geven?

Ja, tijdens de verkenningsfase organiseert de projectorganisatie verschillende informatiebijeenkomsten. De inbreng vanuit de aanwezigen gebruiken we om de beste oplossing te kiezen. Hoe we belanghebbenden gaan betrekken, leggen we vast in een participatieplan (NL) en procesnota (BE). 

Hoe wordt de omgeving geïnformeerd over het project?

De projectorganisatie neemt contact op met directe belanghebbenden, zoals grondeigenaren. Naast de informatiebijeenkomsten/raadplegingen die we organiseren, houden we omwonenden in alle fasen van het project op de hoogte via brieven en een digitale nieuwsbrief. Alle officiële documenten en rapporten zetten we op onze website.

Is er een loket waar ik terecht kan met vragen?

Ja, je kunt contact opnemen met de projectorganisatie via info@railghentterneuzen.eu