Vervoers- en capaciteitsanalyse
In maart 2018 is de vervoers- en capaciteitsanalyse afgerond (studie 1). Onderzoekers voorspelden de groei van het spoorvervoer tot 2030 en bekeken hoeveel ruimte er nu op het spoor is. De onderzoekers noemden toen de volgende knelpunten:
- Er is onvoldoende ruimte tussen Terneuzen en Axel
- Er is nauwelijks voldoende ruimte op de Sluiskilbrug
- Het enkelsporige baanvak ten noorden van Wondelgem is een knelpunt
- Het emplacement Gent-Zeehaven is krap
- Het emplacement Terneuzen-Zuid is te klein
- Het spoor in Zeeuws-Vlaanderen is niet makkelijk te gebruiken, want treinen rijden langzaam en stoppen vaak. Ook ’s avonds en ’s nachts kunnen er geen treinen rijden.
- Er worden in de toekomst beperkingen verwacht (vooral in Nederland) rondom geluid en externe veiligheid
De onderzoekers bekeken vervolgens verschillende mogelijke oplossingen. Er is toen onder andere gekeken naar een nieuwe verbinding op de oostoever tussen Axel en Zelzate. Hiermee worden meerdere knelpunten tegelijk aangepakt. Deze oplossing wordt in de verkenning verder onderzocht.
Techniek en omgeving
Studies 3 tot en met 6 zijn op hetzelfde moment uitgevoerd. In februari 2019 leverde Arcadis het eindrapport op. De onderzoekers bepaalden de haalbaarheid, effecten en risico’s van mogelijk nieuwe spooronderdelen:
- Noordelijke aansluiting Zandeken & uitbreiding bundel Zandeken
- Gelijktijdigheid Wondelgem
- Zuidoostboog bij de Sluiskilbrug
- Spoorverbinding tussen Axel en Zelzate
- Spoorverdubbeling tussen Wondelgem en Zandeken
- Noordwestboog bij de Sluiskilbrug
Maatschappelijke kosten en baten
Eind 2019 is de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) (studie 7) afgerond. Transport & Mobiliteit Leuven heeft de maatschappelijke kosten en baten van mogelijke investeringen in het spoornetwerk in de Kanaalzone Gent-Terneuzen onderzocht. De onderzoekers hielden rekening met twee scenario’s: een scenario van lage economische groei en minder goederenvervoer, en een scenario van hoge economische groei en meer goederenvervoer. De onderzoekers concludeerden dat de spooronderdelen Axel-Zelzate, Zuidoostboog Sluiskilbrug en Noordelijke aansluiting Zandeken de beste verhouding tussen kosten en baten hebben.
Potentieel personenvervoer
Ingenieursbureaus Goudappel en Coffeng onderzochten ook de mogelijkheden voor personenvervoer tussen Gent en Terneuzen (studie 8). Het aantal mogelijke treinreizigers tussen Gent en Terneuzen is vergelijkbaar met andere grensoverschrijdende regionale spoorlijnen. Uit de studie bleek toen dat een nieuwe spoorlijn tussen Gent en Terneuzen een dubbele functie kan hebben: als verbinding tussen de stad Gent en Oostakker, de Kanaaldorpen en Zelzate én voor goederenvervoer naar de havens. Om personenvervoer in de toekomst tot een succes te maken, zouden wel extra maatregelen nodig zijn. In het algemeen zouden dan aantallen van 2 à 3.000 ritten (personen) per dag gehaald kunnen worden. Dat zijn 700.000 tot meer dan 1.000.000 ritten per jaar.
Het onderzoek dat ProRail en Infrabel in de verkenningsfase laten doen, richt zich alleen op het verbeteren van het spoornetwerk voor goederenvervoer, en onderzoekt niet de mogelijkheden voor personenvervoer.
Inpassing in Europese corridors
In september 2019 is studie 9, met als titel ‘Rail freight corridors’, afgerond. Ecorys deed onderzoek naar de rol die North Sea Port heeft in transportnetwerken, zoals de Noordzee-Middellandse-Zeecorridor, de Rijn-Alpen corridor en de Noordzee-Baltische corridor. De onderzoekers gaven advies om die positie te verbeteren.
Financiële studie naar contractvormen
In mei 2020 is studie 10, met als titel 'Financial study on PPP approach and DBFME’, afgerond. Rebel onderzocht welke soorten contracten het beste gesloten kunnen worden om het project te bouwen. Ze vergeleken dit met de contracten die meestal gesloten worden.
Studie naar Europese financiering
In mei 2020 is studie 11 afgerond. Het rapport heet: Financial study on EIB funding. Rebel onderzocht de mogelijkheden van betaling door de Europese Unie en de Europese Investeringsbank (EIB), zoals het Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) en Connecting Europe Facility (CEF).